| | Lied 110 | Vers 1: | Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! Als wij Jericho niet winnen, komen wij het land niet binnen, en ons volk zal blijven staan, aan de poort van Kanaan Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo!
| Vers 2: | Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! God geeft Jozua een teken: trek de stad om zonder spreken, doe dat zeven dagen lang, Ik strijd voor u, wees niet bang. Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo!
| Vers 3: | Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo! Maar als de bazuinen schallen, gaan wij juichen met zijn allen, en de muren, dubbeldik, vallen in elkaar van schrik. Jericho, Jericho, is een sterke stad, dat zie je zo!
| |

| Lied 111 | Vers 1: | De grote mensen durven niet, heel Israel is bang, voor Goliath, de grote reus, die sterk is en heel lang.
| Vers 2: | Daar staat hij midden in het dal, hij lacht hen uit en spot: Waar blijft de man die vechten zal, en waar is jullie God?
| Vers 3: | Maar David met zijn herdersstok gaat helemaal alleen de berg af naar die grote reus en doodt hem met zijn steen.
| Vers 4: | Reus Goliath, reus Goliath, 't is uit met jouw geweld, want David heeft op God vertrouwd, en David is een held.
| |

|
|