Alles wordt nieuw
 
Lied 111
Vers 1:De grote mensen durven niet,
heel Israel is bang,
voor Goliath, de grote reus,
die sterk is en heel lang.

Vers 2:Daar staat hij midden in het dal,
hij lacht hen uit en spot:
Waar blijft de man die vechten zal,
en waar is jullie God?

Vers 3:Maar David met zijn herdersstok
gaat helemaal alleen
de berg af naar die grote reus
en doodt hem met zijn steen.

Vers 4:Reus Goliath, reus Goliath,
't is uit met jouw geweld,
want David heeft op God vertrouwd,
en David is een held.


 
naar boven

Lied 112
Vers 1:Jona heeft God wel verstaan,
maar hij stoort er zich niet aan.
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op reis.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

Vers 2:Midden op de oceaan
komt zijn schip in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een vis heeft hem gered
Want de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

Vers 3:Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis,
Jona gaat nu wel op pad,
naar die goddeloze stad.
Want de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

Vers 4:Nineve hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en as,
dagenlang wordt er gevast.
En de Heer zegt: nee, nee, nee,
sparen zal ik Nineve.

Vers 5:Jona uit de grote vis
ziet dat God vol liefde is.
O, wat is die Jona kwaad,
Dat de stad haar straf ontgaat.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
wees toch blij om nineve!


 
naar boven



Pagina terugPagina terug Het opgevraagde tekstgedeelte beslaat meerdere hoofdstukken.
Pagina van 615
Geschrift toevoegen ter vergelijking:
Pagina verderPagina verder