| |
Lied 114 |
Vers 1: | De hemel heeft een lied doen horen: de aarde wordt weer paradijs. God heeft zijn hart aan ons verloren, het kind in Bethlehem geboren, is daarvan eeuwig het bewijs.
|
Vers 2: | Wie zal ons van Gods liefde scheiden? Dit kind, dat komt in 's Heren naam, wil als een koning voor ons strijden, en als een herder ons geleiden, als lam voor ons ter slachting gaan.
|
Vers 3: | Nu stroomt het licht de wereld binnen. nu zien wij hoe God overwint. Het leven gaat opnieuw beginnen wanneer wij ons, met ziel en zinnen, gewonnen geven aan dit kind.
|
|

|
Lied 115 |
Vers 1: | Van alle mensen deze moeder gekust heeft Gods gezicht, als in de plaats van beestenvoeder Hij in de kribbe ligt.
|
Vers 2: | Van alle schepsels deze dieren verkoren zijn geweest gastvrij te zijn en mee te vieren dit uitgebannen feest.
|
Vers 3: | Van alle dingen deze doeken zijn leden hielden warm. Heer Jezus vond in alle hoeken geen enkel huis zo arm.
|
Vers 4: | Het duurste geschenk ligt niet in watten. God heeft het zo gewild. Een stenen trog mag nu bevatten die onze honger stilt.
|
|

|