| | Lied 128 | Vers 1: | t Is feest vandaag, 't is pinksterfeest, wij staan in vuur en vlam, want Hij, die bij ons is geweest, werkt verder aan zijn plan.
| Vers 2: | Wij weten het nu zonneklaar: al ging Hij van ons heen, wat Hij belooft heeft, maakt Hij waar; wij zijn niet meer alleen.
| Vers 3: | Wij gaan op weg, de wereld rond, er is geen houden aan. De woorden gaan van mond tot mond, voor ieder te verstaan.
| Vers 4: | De wonderen zijn om ons heen, ze waaien op de wind. 't Is feest vandaag, voor iedereen: een nieuwe tijd begint!
| |

| Lied 129 | Vers 1: | Komt, laat ons vrolijk zingen tot God die alles schiep; die bloemen, vissen vogels uit niet tot leven riep; met nevels als een sluier de groene aarde tooit; zijn dauw als vreugdeparels over de velden strooit.
| Vers 2: | Die heuvels schiep en dalen waar Hij de aard' betrad; die zon en maan en sterren tot licht gaf op ons pad. Looft Hem die ook de mensen tot vreugd geschapen heeft, en die ons onze schulden om Jezus' wil vergeeft.
| Vers 3: | O God, die ons in Christus een machtig Vader zijt, verlos ons van het kwade, nu en in eeuwigheid. Leer ons als kindren leven en spelen in uw hof en met de englen zingen Uw glorie en Uw lof.
| |

|
|