| |
Lied 215 |
| Vers 1: | Wij hebben op de fluit gespeeld en dansten hand in hand. Wij hebben op de fluit gespeeld en zongen een lied van lief en leed, maar jij stond aan de kant, maar jij stond aan de kant.
|
| Vers 2: | Wij blazen weer de fluiten aan; er is een nieuw begin! Wij blazen weer de fluiten aan, kom haastig van je plaats vandaan; kom binnen in de kring!
|
| Vers 3: | Wij zingen nu een nieuwe wijs en dansen hand in hand. Wij zingen nu een nieuwe wijs: ga met ons mee, wij zijn op reis naar het beloofde land!
|
| Vers 4: | Het lied van ons verlangen gaat de hele wereld rond. Het lied van ons verlangen gaat door elke stad, door elke straat, tot de Messias komt!
|
| |

|
Lied 216 |
| Vers 1: | De gasten wachten binnen, wat moeten wij beginnen? Er is geen wijn meer in de kan! Maria hoort ervan.
|
| Vers 2: | Maria zegt tot Jezus die met haar op het feest is: hoe kan er nu een bruiloft zijn, een bruiloft zonder wijn?
|
| Vers 3: | Maar Jezus zegt: haal water en vul daarmee de vaten en schep de wijn met vreugde uit; wij drinken op de bruid.
|
| Vers 4: | En alle gasten drinken, de glorias weerklinken; in Kana gaat de bruiloft door, daar zorgde Jezus voor.
|
| Vers 5: | Want Jezus openbaarde Zijn heerlijkheid op aarde; Hij doet geen water bij de wijn maar maakt van water wijn.
|
| |

|