| | Lied 305 | Vers 1: | Uit onze stad zijn wij verdreven, in ballingschap moeten wij leven, maar hier van binnen klaagt een stem van heimwee naar Jeruzalem. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen.
| Vers 2: | Geen vijand zal ons kunnen dwingen om Sions liederen te zingen Hoe komt er ooit op vreemde grond een tempellied uit onze mond? Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen.
| Vers 3: | De harpen hangen in de bomen totdat er goede tijden komen. Wie weet, wie weet, zien wij elkaar wel in Jeruzalem 't volgend jaar. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen.
| Vers 4: | Wie zou Jeruzalem vergeten, de naam van Sion niet meer weten? Jeruzalem o stad van goud, waar ik met heel mijn hart van houd. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen.
| Vers 5: | Wij zitten hier aan babels stromen en blijven van de vrede dromen. Want God, de Heer, die wonderen doet, Hij brengt ons eenmaal thuis voorgoed. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen. Als de Heer ons thuisbrengt zal het zijn alsof wij dromen.
| |
| Lied 306 | Vers 1: | Mijn volk, mijn volk, ik klaag je aan, het is voorgoed met jou gedaan, je schiet te kort als volk van God, omdat je met zijn wetten spot. Laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas zal er vrede komen.
| Vers 2: | Want God de Heer Hij weet, Hij weet, Hoe je het recht met voeten treedt, de armen uitbuit en verdrukt en stuk maakt ieder klein geluk. Laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas zal er vrede komen.
| Vers 3: | Hij weet, hoe je met valse maat het koren uitweegt op de straat en hoe je voor een schoen, een slof je arme broeders hebt verkocht. Laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas zal er vrede komen.
| Vers 4: | Al zing je alle dagen lang, God luistert niet naar jou gezang, Hij haat de offers die je geeft, omdat je zonder liefde leeft. Laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas zal er vrede komen.
| Vers 5: | Er is geen hoop, alleen verdriet, je hoort Gods woord, maar doet het niet! en 't leven komt pas tot zijn recht wanneer je doet wat God je zegt. Laat het recht, het recht als water stromen, dan pas, dan pas zal er vrede komen.
| |
|
|