| | Lied 308 | | Vers 1: | Johannes weet het ook niet meer en hij laat vragen aan de Heer of Jezus de Messias is, of heeft hij zich vergist?
| | Vers 2: | Maar Jezus antwoordt op zijn vraag: Kijk naar de tekenen van vandaag, de kreupelen lopen door de straat, de man die stom was, praat!
| | Vers 3: | De blinden, tastend langs de wand, zij zien de zon, het groene land, en de melaatsen, ver van huis, komen genezen thuis.
| | Vers 4: | De hongerigen gaf Ik brood en armen uitzicht in hun nood, de doden slapen niet voorgoed, zij hebben God ontmoet.
| | Vers 5: | Johannes, rietpluim in de wind, het nieuwe Koninkrijk begint! Er is een klein begin, meer niet; geloof in wat je ziet!
| | |

| Lied 309 | | Vers 1: | Wil je wel geloven dat het groeien gaat, klein en ongelooflijk als een mosterdzaad, dat je had verborgen in de zwarte grond, en waaruit een grote boom ontstond.
| | Vers 2: | Wil je wel geloven het begin is klein, maar het zal een wonder boven wonder zijn als je het gaat wagen met Gods woord alleen; dan gebeuren wonderen om je heen.
| | Vers 3: | Wil je wel geloven dat je vrede wint, als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind. Als je een geloof hebt als een mosterdzaad, groeit de liefde uit boven de haat.
| | |

|
|