Dordse Leerregels
 
Lied 180
Vers 1:Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van de hemelen en van de aarde,
van alle zienlijke en onzienlijke dingen.
En in één Heer, Jezus Christus,
de eniggeboren Zoon van God
geboren uit de Vader vóór alle eeuwen,
God van God, licht van licht,
waarachting God van waarachtig God,
geboren, niet gemaakt, één van wezen met de Vader,
door wie alle dingen gemaakt zijn,
die om ons mensen en om ons heil is afgedaald uit de hemel;
vlees geworden is van de Heilige Geest uit de maagd Maria en mens is geworden,
die voor ons gekruisigd is onder Pontius Pilatus,
geleden heeft en begraven is, ten derden dage is Hij opgestaan, volgens de Schriften,
en opgestegen naar de hemel is Hij gezeten aan de rechterhand des Vaders,
en wederom zal Hij komen met heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden;
en zijn koningkrijk zal geen einde hebben.
En ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en levend maakt,
die van de Vader en de Zoon uitgaat,
die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt,
die gesproken heeft door de profeten.
En één heilige, algemene en apostolische kerk.
Ik belijd één doop tot vergeving der zonden,
en ik verwacht de opstanding der doden en het leven van de wereld die komen zal.
Amen.

 
naar boven

Lied 181
Vers 1:Onze Vader die in de hemel zijt,
geheiligd zij uw Naam.
Uw rijk kome.
Uw wil geschiede op aarde als in de hemel.
Geef ons heden ons daag'lijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid, in eeuwigheid.
Amen.

 
naar boven



Pagina terugPagina terug Het opgevraagde tekstgedeelte beslaat meerdere hoofdstukken.
Pagina van 182
Geschrift toevoegen ter vergelijking:
Pagina verderPagina verder