| |
Lied 41 |
| Vers 1: | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 1: | Hoor! Kind-ren zingen in hun spel:
Gezegend Davids grote Zoon,
die nu op weg is naar zijn troon.
Hij is de Vorst van Israël!
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 2: | Maar boze mannen schreeuwen luid:
Zo’n koning is ons niet veel waard.
Wat is een koning zonder zwaard!
Kruis hem, stuur hem de poort maar uit.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 3: | En vrouwen klagen luid en lang.
Maar Jezus weert die schrale troost:
Ween om u zelf en om uw kroost.
Hij draagt zijn kruis en gaat zijn gang.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 4: | Uit kind-ren mond bereidt God eer.
Zelfs Jezus haters staan verstomd,
wanneer de lof van kind-ren komt.
Hoe heerlijk is uw naam, o Heer.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| |
|
Lied 42 |
| Vers 1: | De koning zond zijn knechten
naar goeden en naar slechten:
kom naar de bruiloftszaal;
wees welkom allemaal,
de tafel staat gereed.
Hier is je bruiloftskleed.
Velen zijn geroepen
Weinigen verstaan
Dat je op de bruiloft komt
Met een feestkleed aan.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 2: | Het kleed van alle dagen
dat kun je daar niet dragen.
Maar toch ging heel brutaal
een man zo naar de zaal.
De kleren die hij droeg -
die vond hij goed genoeg.
Velen zijn geroepen
Weinigen verstaan
Dat je op de bruiloft komt
Met een feestkleed aan.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 3: | De Koning zei: Hoe kun je
hier komen in die plunje!
Jouw blijdschap is niet echt;
je bent hier onoprecht.
Kom knechten, grijp hem aan
en breng hem hier vandaan.
Velen zijn geroepen
Weinigen verstaan
Dat je op de bruiloft komt
Met een feestkleed aan.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| Vers 4: | Maar God wil ons ontvangen.
Wij zien in groot verlangen,
als uitverkoren bruid,
naar onze Bruigom uit.
Met ons blijdschap komen wij
in onze feestkledij.
Velen zijn geroepen
Weinigen verstaan
Dat je op de bruiloft komt
Met een feestkleed aan.
|
| Refrein | Buiten de poort heeft Jezus geleden,
buiten de poort de kruisweg betreden.
Buiten de poort komt Gods toorn op Hem af;
maakt Hij zijn kinderen vrij van de straf.
|
| |
|
