Dordse Leerregels
 
Lied 45
Vers 1:Laat de kinderen tot mij komen,
alle alle kinderen.
Laat de kinderen tot mij komen,
niemand mag ze hinderen.
Want de poorten van mijn rijk,
staan voor kinderen open.
Laat ze allen groot en klein
bij mij binnen lopen.

Vers 2:Laat de mensen tot Mij komen
over alle wegen
Laat de mensen tot Mij komen
houdt ze toch niet tegen!
Want de poorten van mijn rijk,
gaan ook voor hen open,
als ze aan een kind gelijk
bij Mij binnen lopen.
 

 
naar boven

Lied 46
Vers 1:Maria heeft aan Jezus
een goede daad gedaan.
Zij heeft haar liefde Hem getoond,
met stromend goud zijn hoofd gekroond,
de weelde van haar hart heeft zij
zo overvloedig uitgestort,
dat van haar werk gesproken wordt
voor altijd.

Vers 2:Maria heeft aan Jezus
een goede daad gedaan.
Die zij met nardus overgoot,
geen dood is rijker dan zijn dood.
Die zij met balsem heeft gezalfd
gaat op naar zijn begrafenis,
omdat het bijna Pasen is
en hoog tijd.

Vers 3:Gij hebt aan mij, Heer Jezus,
uw goede dood gedaan.
Gezegend naar wie ik tast,
aanzie het kruikje van albast,
mijn hart, dat tot U openbreekt
en neem dan alle lof en dank
als mirre aan, als een geschenk
voor altijd.

 
naar boven



Pagina terugPagina terug Het opgevraagde tekstgedeelte beslaat meerdere hoofdstukken.
Pagina van 182
Geschrift toevoegen ter vergelijking:
Pagina verderPagina verder