| |  |  |  | Lied 62 |  | Vers 1: | Ik ben de weg, zo zegt de Heer, de toegang tot de Vader,
 de echte Jakobsladder,
 de enige weg omhoog.
 
 
 |  | Vers 2: | Ik ben de waarheid, zegt de Heer, een mens van nieuwe waarde.
 Wie Jezus ziet op aarde
 heeft werkelijk God gezien.
 
 
 |  | Vers 3: | Ik ben het leven, zegt de Heer, het doel voor alle mensen
 is God te leren kennen,
 een andere weg loopt dood.
 
 
 |  | Vers 4: | Ik ben de weg, zo zegt de Heer, de waarheid en het leven.
 Heer Jezus wil ons geven
 die enige weg te gaan.
 
 
 |  |  | 
  
 
 |  | Lied 63 |  | Vers 1: | Ik ben de wijnstok, mijn Vader is de wijnboer
 die rondgaat op zijn eigen land
 waar Hij de wijnstok heeft geplant.
 De ranken zal Hij snoeien,
 dan gaan de druiven groeien.
 De dorre ranken snijdt Hij los,
 die dragen nooit een druiventros.
 
 
 |  | Vers 2: | Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.
 Geloof Me, heel veel vrucht draag jij
 als Ik jou vasthoud en jij Mij.
 Wie los van Mij wil leven
 die zal geen vruchten geven.
 Mijn ranken klimmen echt het hoogst,
 de druiven groeien tot de oogst.
 
 
 |  | Vers 3: | Heer, laat uw liefde door alle ranken stromen.
 Dan groeien wij in weer en wind,
 terwijl de wijnstok ons verbindt.
 Dan zal naar alle zijden
 de liefde zich verspreiden:
 met heel veel mensen, groot en klein,
 viert God het feest van nieuwe wijn.
 
 
 |  |  | 
  
 
 | 
 |