| |
Lied 42 |
Vers 1: | De koning zond zijn knechten naar goeden en naar slechten: kom naar de bruiloftszaal; wees welkom allemaal, de tafel staat gereed. Hier is je bruiloftskleed.
Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.
|
Vers 2: | Het kleed van alle dagen dat kun je daar niet dragen. Maar toch ging heel brutaal een man zo naar de zaal. De kleren die hij droeg - die vond hij goed genoeg.
Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.
|
Vers 3: | De Koning zei: Hoe kun je hier komen in die plunje! Jouw blijdschap is niet echt; je bent hier onoprecht. Kom knechten, grijp hem aan en breng hem hier vandaan.
Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.
|
Vers 4: | Maar God wil ons ontvangen. Wij zien in groot verlangen, als uitverkoren bruid, naar onze Bruigom uit. Met ons blijdschap komen wij in onze feestkledij.
Velen zijn geroepen Weinigen verstaan Dat je op de bruiloft komt Met een feestkleed aan.
|
|
|
Lied 43 |
Vers 1: | Met lampen voor het feest gereed gaan wij, in stralend wit gekleed, de vreugde vrolijk tegemoet - de liefde geeft ons glans en gloed.
|
Vers 2: | En duurt het wachten deze nacht veel langer dan dat iemand dacht - wij hebben olie, Geest genoeg voor vuur en vlam tot morgenvroeg.
|
Vers 3: | Met lampen voor het feest gereed, gaan wij, in stralend wit gekleed, de vreugde vrolijk tegemoet - de wijn zal zuiver zijn en zoet.
|
Vers 4: | Wees waakzaam, gij die met ons gaat, God dank, het is nog niet te laat - maar wie straks aanklopt na de tijd vindt deuren dicht. Dus: wees bereid!
|
Vers 5: | Met lampen voor het feest gereed gaan wij, in stralend wit gekleed, de vreugde vrolijk tegemoet - want God is gul en groot en goed!
|
|
|