| | Lied 48 | Vers 1: | Lof aan de God van Israel, de HERE, die zijn volk gedenkt en in zijn liefderijk bestel, ons aanziet en verlossing schenkt. Hij komt tot ons met grote kracht en wat reeds eeuwen werd verwacht dat wil Hij nu bewerken: in 't huis van David, zijn verkoren knecht, verrijst een hoorn van heil en recht, zoals het vroeger reeds was toegezegd.
| Vers 2: | Van oudsher deed God ons verstaan door heilige profetenmond, dat Hij de vijand neer zou slaan en naar de trouw aan zijn verbond ons redden zou van tegenstand, bevrijden uit de wrede hand van allen die ons haten, terwijl Hij steeds weer met beloften kwam, die eens zijn dienaar Abraham als eed van God de HERE zelf vernam.
| Vers 3: | Hij gaf ons uitzicht op de tijd dat ons geen vrees meer kwellen zou, en dat, van 's vijands juk bevrijd, ons leven zich dan stellen zou tot dienst aan God, in heiligheid, oprecht van hart, Hem toegewijd. En God de Allerhoogste roept u, mijn kind, om voor Hem uit te gaan, bereidend Hem een vlakke baan. Zo treedt ge als profeet des HEREN aan.
| Vers 4: | Dan hoort Gods volk van zaligheid, als alle schuld vergeven wordt en kent het de barmhartigheid waartoe Gods hart gedreven wordt, waarmee ons nu bezoeken gaat, verschijnend als de dageraad, de Opgang uit de hoogte. Wie neerzit in de doodse donkerheid ziet door dit licht zich overspreid, zijn voet wordt vast op 't vredepad geleid.
| |
| Lied 49 | Vers 1: | Hij is verschenen als vlam in een doornstruik heeft Mozes geroepen vanachter de schapen ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 2: | Hij is verschenen als stem uit de vuurzee, een hemelse lichtglans, die sprak de tien woorden ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 3: | Hij is verschenen als vuur op het altaar temidden van tenten, een troon van genade ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 4: | Hij is verschenen als Jezus Messias die wegdraagt de zonden, het Licht van de wereld ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| |
|
|