| | Lied 49 | Vers 1: | Hij is verschenen als vlam in een doornstruik heeft Mozes geroepen vanachter de schapen ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 2: | Hij is verschenen als stem uit de vuurzee, een hemelse lichtglans, die sprak de tien woorden ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 3: | Hij is verschenen als vuur op het altaar temidden van tenten, een troon van genade ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| Vers 4: | Hij is verschenen als Jezus Messias die wegdraagt de zonden, het Licht van de wereld ter wille van mensen.
Glorie aan God in de hoogste hemel En op aarde vrede Hij heeft in mensen behagen.
| |
| Lied 50 | Vers 1: | Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen, in de mensen een welbehagen, in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen, Amen.
| |
|
|