| |
Lied 59 |
Vers 1: | Ik ben de goede herder die zijn eigen schapen kent - Ik roep ze bij hun naam en zie, ze komen aangerend.
|
Vers 2: | Zoals de Vader Mij vertrouwt en Ik vertrouw op Hem, zo hou Ik van mijn schapen en zij horen naar mijn stem.
|
Vers 3: | Volg Mij maar, omdat Ik je red en van de wolf verlos. Maar slechte herders huilen met de wolven in het bos.
|
Vers 4: | Ik zet mijn leven op het spel voor schapen van mijn stal. Ze volgen Mij, ze weten wel dat Ik ze hoeden zal.
|
|
|
Lied 60 |
Vers 1: | Lazerus van Bethanië heb jij de Heer verstaan? Jezus roept je uit je graf Alle doeken gaan eraf, Jij moet naar buiten gaan.
Ik ben de opstanding, Ik ben het Leven Wie in Mij gelooft zal leven Ik ben de opstanding, Ik ben het leven Wie in Mij geloof die leeft.
|
Vers 2: | Lazarus van Betanië, dit is een blijde dag: Marta droogt haar tranen weer en Maria huilt niet meer, omdat jij leven mag.
Ik ben de opstanding, Ik ben het Leven Wie in Mij gelooft zal leven Ik ben de opstanding, Ik ben het leven Wie in Mij geloof die leeft.
|
Vers 3: | Lazarus van Betanië, de dood is nu voorbij. Jezus roept je bij je naam: God helpt jou om op te staan. Hij maakt de mensen blij.
Ik ben de opstanding, Ik ben het Leven Wie in Mij gelooft zal leven Ik ben de opstanding, Ik ben het leven Wie in Mij geloof die leeft.
|
|
|