| | Lied 69 | Vers 1: | U, heilig Godslam, loven wij, Gij hebt voor ons aan 't kruis geleden, Gij doet ons tot den Vader treden als koningen en priesters, Gij! Gij, Heiland, kocht ons met uw bloed. Dies brengen wij U dank en ere en werpen in aanbidding, Here, al onze kronen aan uw voet. Ja, amen, ja, halleluja
| |
| Lied 70 | Vers 1: | Gij dienaars van Hem, die alles regeert, verenigt uw stem, verheft en vereert de Naam aller namen, vol rijkdom en kracht, bezingt Hem tezamen, Gods arm is met macht
| Vers 2: | God heerst van zijn troon, in 't heilige licht, maar zoekt in de Zoon wie machteloos ligt. De heiligen loven reeds hier in hun lied, met d'engelen boven, het heil, hun geschied.
| Vers 3: | Aan Hem zij het lied der wereld gewijd, die eens uit het niet 't heelal heeft bereid, de dank, de aanbidding, de wijsheid en kracht, om eeuwige redding de wereld gebracht.
| |
|
|