| | Lied 11 | Vers 1: | Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen, in de mensen een welbehagen, in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen, Amen.
| |

| Lied 12 | Vers 1: | "Dit is de dag die God ons schenkt, waaraan thans ieder christen denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal."
| Vers 2: | "Men had Hem eeuwen lang verwacht; en toen Gods tijdperk was volbracht, toen zond Hij van zijn hoge troon het heil der wereld ons, zijn Zoon."
| Vers 3: | O, Gij ons heil, ons hoogste goed, Gij werd een mens van vlees en bloed, werd onze broeder, en door U zijn wij Gods eigen kindren nu.
| Vers 4: | Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil, aanbidt het, maar doorgrondt het niet, dat zo de liefde Gods geschiedt.
| Vers 5: | U, die voor ons geboren zijt, U zij ons hart, ons lied gewijd. Wij voegen juichend onze stem bij 't englenheer van Bethlehem.
| Vers 6: | Geloofd die komt in 's Heren naam! Wij christnen zeegnen U te zaam, U, vredevorst, der vaadren wens, U, Zaligmaker, God en mens.
| Vers 7: | "Roem, hemel, die geboortedag, de schoonste die de wereld zag; juich, aarde, nu g' uw koning ziet, zing Hem een nooit gezongen lied."
| Vers 8: | "Dit is de dag, die God ons schenkt, waaraan eens heel de wereld denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal."
| |

|
|