| | Lied 12 | Vers 1: | "Dit is de dag die God ons schenkt, waaraan thans ieder christen denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal."
| Vers 2: | "Men had Hem eeuwen lang verwacht; en toen Gods tijdperk was volbracht, toen zond Hij van zijn hoge troon het heil der wereld ons, zijn Zoon."
| Vers 3: | O, Gij ons heil, ons hoogste goed, Gij werd een mens van vlees en bloed, werd onze broeder, en door U zijn wij Gods eigen kindren nu.
| Vers 4: | Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil, aanbidt het, maar doorgrondt het niet, dat zo de liefde Gods geschiedt.
| Vers 5: | U, die voor ons geboren zijt, U zij ons hart, ons lied gewijd. Wij voegen juichend onze stem bij 't englenheer van Bethlehem.
| Vers 6: | Geloofd die komt in 's Heren naam! Wij christnen zeegnen U te zaam, U, vredevorst, der vaadren wens, U, Zaligmaker, God en mens.
| Vers 7: | "Roem, hemel, die geboortedag, de schoonste die de wereld zag; juich, aarde, nu g' uw koning ziet, zing Hem een nooit gezongen lied."
| Vers 8: | "Dit is de dag, die God ons schenkt, waaraan eens heel de wereld denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal."
| |

| Lied 13 | Vers 1: | Hoe zal ik Hem bezingen en loven in mijn lied, die boven alle dingen troont in zijn rijksgebied? Gods Geest wil ons verlichten, de fakkel van het Woord zal klaar ons onderrichten, hoe Hem de lof bekoort.
| Vers 2: | Waarom verliet die Koning zijn troon in heerlijkheid, koos Hij bij ons zijn woning: een mens in dienstbaarheid? De Vader zag bewogen de wereld in haar nood: zijn Zoon kwam uit de hoge tot redding van de dood.
| Vers 3: | "Hem spreidde Sion palmen in geestdrift, gauw gedoofd; nog zingt de kerk haar psalmen en looft haar Heer en Hoofd, gedenkt Hem op zijn paden tot buiten Salems poort, waar 't Lam, met vloek beladen, het lichaam werd doorboord."
| Vers 4: | Mijn hart vol boos begeren getuigt steeds tegen mij, het bloed van onze Here spreekt van het oordeel vrij: Hij deed ons met Zich sterven en uit het graf opstaan en om zijn loon te werven is Hij ons voorgegaan
| Vers 5: | Blijf z¢ uw Heer gedenken, o duurgekochte kerk, dan zal Hij u steeds schenken om moedig, vroom en sterk, ja, vrolijk 't kruis te dragen als Christus' onderdaan en op de dag der dagen zijn troonzaal in te gaan.
| Vers 6: | Want Hij zal eens verschijnen als rechter van 't heelal, die trotsen doet verdwijnen, maar kleinen kronen zal. Nu zingt de kerk haar zangen, de Geest zegt met de bruid: Kom Heer, wij zien verlangend naar uw verschijning uit.
| |

|
|