| |
Lied 17 |
Vers 1: | Wie is God behalve onze Heer? En wie is een Rots behalve onze God? Een Schuilplaats en een Schild, een Burcht en een Bevrijder is Hij, voor wie vertrouwen op Hem.
|
Vers 2: | Wie is God behalve onze Heer? En wie is een Rots behalve onze God? Hij sterkt mij in de strijd en doet mij overwinnen keer op keer, ik geef voor eeuwig Hem de eer.
|
|
|
Lied 18 |
Vers 1: | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Vers 1: | Richt mij, Gij zijt de God die mij redt, en op U wacht ik een leven lang.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Vers 2: | Herinner U, hoe Gij barmhartig zijt geweest, hoe een en al liefde van meet af aan.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Vers 3: | Goede en betrouwbare God, wie afgedwaald is wijst Hij de weg.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Vers 4: | Arme en ootmoedige mensen spoort Hij aan zijn weg te houden.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
Vers 5: | Alle wegen van God zijn liefde en trouw voor wie bewaren het woord van zijn verbond.
|
Refrein | Naar U gaat mijn verlangen, Heer.
|
|
|