| | Lied 18 | Vers 1: | U, heilig Godslam, loven wij, Gij hebt voor ons aan 't kruis geleden, Gij doet ons tot den Vader treden als koningen en priesters, Gij! Gij, Heiland, kocht ons met uw bloed. Dies brengen wij U dank en ere en werpen in aanbidding, Here, al onze kronen aan uw voet. Ja, amen, ja, halleluja
| |

| Lied 19 | Vers 1: | Halleluja, lof zij het Lam, die onze zonden op zich nam, wiens bloed ons heeft geheiligd, die dood geweest is, en Hij leeft, die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft, in eeuwigheid beveiligt!
| Vers 2: | "De Koning op des Vaders troon, de eerstgeboren uit de do""n, de bloed- en heilgetuige, der vorsten Vorst, der heren Heer, zij heerschappij en dank en eer. Dat alle knie zich buige!"
| Vers 3: | Lof zij het Lam, Gods metgezel, uit Davids zaad d' Immanu‰l, God, in het vlees verschenen. In Hem, die wederkomen zal, in Hem aanbidde 't gans heelal de HERE, de Drie‰ne!
| Vers 4: | Aanbidt de Vader in het Woord. Aanbidt de Zoon, aan 't kruis doorboord. Aanbidt de Geest uit beiden. Van zijn gemeenschap, zijn gena, zijn liefd' en trouw, halleluja, zal ons geen schepsel scheiden.
| |

|
|