| | Lied 37 | Vers 1: | Hoor, onze Vader, hoor ons aan nu wij in Christus tot U gaan. Hoe hemel hoog verheven, Gij zijt in uw Zoon ons zeer nabij. Wie door uw Zoon de toegang vindt mag tot U komen als een kind.
| Vers 2: | Uw naam worde geheiligd, Heer, aan U de glorie en de eer. Groot is uw luisterrijke naam, uw liefde zegent ons bestaan. Uw waarheid vult de hemelhof, vervul de aarde van uw lof.
| Vers 3: | Dat komen mag uw koninkrijk. Eerst aan een mosterdzaad gelijk wordt het een boom die ons geneest; wij groeien door uw woord en Geest. Dat Satans macht wordt uitgeroeid, zodat uw rijk volmaakt ontbloeit.
| Vers 4: | Uw wil geschiede wereldwijd op vleugels van gehoorzaamheid. Zoals een engel op uw wenk uw woord volvoert, uw wil volbrengt. Laat ons U volgen, hemelbreed, met zelfverloochening bekleed.
| Vers 5: | Geef heden dagelijks ons brood in tijd van welvaart, tijd van nood. Wanneer uw hand geopend wordt heeft elk genoeg, heeft geen tekort. Dat hij zijn brood met vreugde eet die zich door U gezegend weet.
| Vers 6: | Vergeef ons onze schulden, Heer, de overtreding keer op keer, zoals ook wij doen aan elkaar dat elk vergeeft zijn schuldenaar. In Christus Jezus leven wij en in zijn kracht vergeven wij.
| Vers 7: | Leid ons niet in verzoeking, want wij houden in onszelf geen stand. De wereld is ons leefterrein, de slang is listig, vol venijn. Verlos ons van de hielenbeet en maak ons voor uw komst gereed.
| Vers 8: | Want van U is het koninkrijk, de kracht en alle heerlijkheid. Eeuwige, God die ons bevrijdt, U zij de lof in eeuwigheid. Amen ja amen, Gij die hoort doet waar en zeker naar uw woord.
| |
| Lied 38 | Vers 1: | Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
| Vers 2: | Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord, dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
| Vers 3: | Bidt en u zal gegeven zijn. Zoekt en gij zult het zien. Klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
| Vers 4: | Waar twee of drie zijn vergaderd in Mijn Naam, daar ben Ik ook in hun midden, en wat zij vragen, zal Ik voor hen doen. Hallelu, halleluja.
Halleluja, halleluja halleluja, halleluja
| |
|
|