| | Lied 10 | Vers 1: | De Heer zegene u 3x en Hij behoede u de Heer doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig. Amen. De Heer zegene U, 2x En Hij behoede u; De Heer verheffe zijn aangezicht over uw leven en geve u vrede, Amen
| |
| Lied 11 | Vers 1: | Hoor Israƫl, de Here, enig is onze God Hem liefhebben, Hem eren is u het hoogst gebod! Gij zult uw God beminnen, Hem dienen, dag en nacht met hart en ziel en zinnen en met geheel uw kracht.
| Vers 2: | Laat voor dit woord des Heren uw hart een woning zijn, laat kinderen het leren, vertel het groot en klein; gij zult erover spreken waar gij ook zit of staat, het worde taal en teken daar waar gij komt of gaat.
| Vers 3: | Gij zult het aan den lijve meedragen op uw hand, het op uw voorhoofd schrijven alom in stad en land, op poorten en op posten van deuren in uw huis looft God, o gij verlosten, looft God! Hij bracht u thuis!
| |
|
|