| | Lied 121 | Vers 1: | God, die was en is en komt, leg een lied in onze mond, dat de hele wereld hoort, want nabij ons is uw woord. Ontferm U, Heer.
| Vers 2: | Licht uit Licht, U roepen wij, wees voor ons 'God van nabij'. Kom, verdrijf de duisternis, waarin licht noch leven is. Ontferm U, Heer.
| Vers 3: | Heer, uw hele schepping lijdt, zucht in diepe donkerheid. Zie dit vruchteloos bestaan toch in uw ontferming aan. Ontferm U, Heer.
| Vers 4: | Al wie aan U toebehoort, wacht op uw verlossend woord. Kom, o kom, God van nabij, sta uw kinderen terzij. Verlos ons, Heer.
| Vers 5: | Gij, die licht zendt en ons hoort, spreekt: "Nabij u is het woord in uw hart en in uw mond. Ga daarmee de wereld rond." Verlos ons, Heer.
| Vers 6: | Hij, de Heer gaat voor ons uit, als een vuur dat niemand stuit. Zing het lied dat Hij ons leert en het kwade wordt verteerd. Verlos ons, Heer.
| Vers 7: | Wie uit God geboren is, wie Hij riep uit duisternis, doet zoals de Heer gebiedt; hoor, het Woord is hem een lied. Wees met ons, Heer.
| Vers 8: | Door de wereld gaat Gods Woord, klinkt tot aan het einde voort. Maak het wijd en zijd bekend: 't Woord volbrengt waartoe Hij 't zendt. Wees met ons, Heer.
| Vers 9: | t Woord, gesproken in de tijd, geldig voor de eeuwigheid, gaat bij ons van mond tot mond, totdat Christus wederkomt. Wees met ons, Heer.
| |
| Lied 122 | Vers 1: | Kom uit de hemel tot ons neer en maak ons sterk in U, o Heer, die al uw vijanden ten spijt zult overwinnen, wereldwijd.
| Vers 2: | Zie allen die hier voor U staan, dat zij hun weg met vreugde gaan - de hemel laat geen mens alleen, de engelen zijn om ons heen!
| Vers 3: | Dat zij uw volk, de honger moe, op handen dragen, naar U toe, om na verzoeking en woestijn met overvloed gevoed te zijn.
| Vers 4: | Kom Vader, Zoon en Heilige Geest, maak heel de wereld een groot feest, en schenk ons vreugde in dit uur, o bron, o brood, o vreugdevuur!
| |
|
|