| | Lied 122 | Vers 1: | Kom uit de hemel tot ons neer en maak ons sterk in U, o Heer, die al uw vijanden ten spijt zult overwinnen, wereldwijd.
| Vers 2: | Zie allen die hier voor U staan, dat zij hun weg met vreugde gaan - de hemel laat geen mens alleen, de engelen zijn om ons heen!
| Vers 3: | Dat zij uw volk, de honger moe, op handen dragen, naar U toe, om na verzoeking en woestijn met overvloed gevoed te zijn.
| Vers 4: | Kom Vader, Zoon en Heilige Geest, maak heel de wereld een groot feest, en schenk ons vreugde in dit uur, o bron, o brood, o vreugdevuur!
| |
| Lied 123 | Vers 1: | k Geloof in God, de Vader, die uit niets geschapen heeft zijn hemelwoning, almachtig in het leven riep de aarde met de mens als koning. God die met kracht in eeuwigheid regeert door zijn voorzienigheid, zal aan zijn vaderhand mij leiden met trouw in voor- en tegenspoed, om Christus' wil mij veilig weiden, zoals een goede herder doet.
| Vers 2: | k Geloof in God de Zoon, zijn enig kind, in Jezus, redder van de zonden, zodat geen kwaad de machtsstrijd wint. Bevrijder is Hij door zijn wonden, de Christus, onze sterke Heer, die ik als Priester-Koning eer, Profeet en allerhoogste Leraar. Ontvangen van de Heilge Geest, geboren uit de maagd Maria, is Hij als mens bij ons geweest.
| Vers 3: | Gods oordeel heeft Hij moeten ondergaan als onze Middelaar, de Christus; Hij heeft als offerlam gestaan voor rechter Pontius Pilatus. Hij leed aan 't kruis, door God vervloekt, schonk leven door zijn kostbaar bloed. Hij stierf voor ons en werd begraven; met helse straf heeft Hij betaald. Nu zal ik zonden steeds meer haten, zie hoe het eeuwig leven straalt.
| Vers 4: | De derde dag stond Hij, de vorst, weer op: de sterke dood was overwonnen. Daarna voer Hij ten hemel op; Hij pleit voor vrijspraak van de zonden. Gezeten aan Gods rechterhand zendt Hij zijn geest als tegenpand; als Koning geeft Hij zijn geboden, totdat Hij nog eens komen zal en oordeelt levenden en doden na glorieus bazuingeschal.
| Vers 5: | 'k Geloof in God, de Heilge Geest, die troost en hoop aan Christus' kerk wil geven. 'k Geloof een kerk, die wereldwijd verbonden is in leer en leven; als bruid van Christus, die haar leidt, is zij getooid met heiligheid. 'k Belijd vergeving van de zonden. Ik weet: mijn vlees wordt opgewekt en zal dan, met mijn ziel verbonden, weer leven, eeuwig onbevlekt.
| |
|
|