| | Lied 132 | Vers 1: | Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor deze nieuwe dag. dank U, dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.
| Vers 2: | Dank U voor alle goede vrienden, dank U, o God, voor al wat leeft. Dank U voor wat ik niet verdiende: dat U mij vergeeft.
| Vers 3: | Dank U voor alle bloemengeuren, dank U voor ieder klein geluk. Dank U voor alle held’re kleuren, dank U voor muziek.
| Vers 4: | Dank U voor hen die mij omringen, dank U voor wat mij toebehoort, dank U voor alle kleine dingen, ieder vriend’lijk woord.
| Vers 5: | Dank U, dat U hebt willen spreken, dank U, Gij hoort een ieders taal. Dank U, dat Gij Uw Woord wilt geven aan ons allemaal.
| Vers 6: | Dank U, Uw liefde kent geen grenzen, dank U, dat ik dit zeggen kan. Dank U, o God, ik wil U danken, dat ik danken kan.
| |
| Lied 133 | Vers 1: | De dag gaat open voor het woord des Heren, zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen, bron die wij horen als wij tot Hem keren, vroeg in de morgen.
| Vers 2: | Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name, voor wij ontwaakten en ter wereld kwamen, zag Hij ons aan en bracht Hij ons tezamen, God, onze Vader.
| Vers 3: | Door U geschapen om uit U te leven; hartslag en adem hebt Gij ons gegeven, land waar wij wonen, licht waarnaar wij streven, oorsprong en toekomst.
| Vers 4: | Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen ons doen en laten zuiveren en dragen, dan stijgt de vreugde van uw welbehagen in onze wereld.
| Vers 5: | Aan U ons loflied: glorie aan de Vader, dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde, zijn Geest geleide ons en onze aarde, naar de voltooiing.
| |
|
|