| | Lied 135 | Vers 1: | Stilte over alle landen in deze nacht. vouwen wij tezamen de handen voor deze nacht. welke zonden wij bedreven, wil ze Here ons vergeven. God, wil goede rust ons geven in deze nacht.
| Vers 2: | Stilte over alle landen in deze nacht. vouwen wij tezamen de handen voor deze nacht. God zal voor ons allen zorgen tot het dagen van de morgen. Veilig en bij Hem geborgen zijn wij vannacht.
| |
| Lied 136 | Vers 1: | Wees bij ons, wees ons een geleide bij het verdwijnen van de dag. Wij wachten U, begin en einde, in wie ons leven rusten mag.
| Vers 2: | Als boze dromen ons belagen, wij eenzaam vechten met onszelf, laat niet de nacht dan angst aanjagen, niet een verleden dat ons knelt.
| Vers 3: | U kennen wij als een bevrijder, Gij hoort het mensenkind dat schreit. Ook als de nacht valt, blijf ons leiden, troost ons met uw barmhartigheid.
| Vers 4: | Geef ons elkaar tot licht en liefde, waarmee het donker wordt weerstaan. En zingend gaan wij door het duister tezamen op uw morgen aan.
| |
|
|