| | Lied 177 | Vers 1: | Hoor, trouwe Vader, ons gebed, zie op Uw zoon, want Hij verliet de hemeltroon om onze straf te dragen. Wij bidden: schenk ons hier uw Geest die schijnen doet uw Woord, een lamp voor onze voet, het licht voor alle dagen. Geef aan uw knecht vrijmoedigheid om naar uw wil te preken en laat hem, door uw hand geleid, de volle waarheid spreken, rust hem zo toe, dat hij ons weidt en niets ons zal ontbreken.
| Vers 2: | Drieā°nig God, genadig Vorst, U die ons ziet en luistert naar gebed en lied, kom ons verstand verlichten. Geef ons ook inzicht in uw Woord, een open oor, een hart dat graag uw wetten hoort, om zich ernaar te richten. Verkondig Hem die overwon en satan kwam onttronen; schenk levend water uit uw bron dat helder toe komt stromen, laat blinkend als de zomerzon uw boodschap tot ons komen.
| |
| Lied 178 | Vers 1: | U Vader van het licht, U prijzen wij: betrouwbaar is uw Woord, uw lichtend spreken, een glans op onze weg, een hemel teken, want in uw Woord bent U ons zeer nabij
| Vers 2: | U, Vader van het Woord, U vragen wij: geef inzicht en verstand, wil ons verlichten en, laat uw Geest zijn sprekend werk verrichten, want door zijn stem komt U ons zeer nabij.
| Vers 3: | U, Vader, Zoon en Geest, belijden wij: wij gaan hoogmoedig onze eigen wegen. Maar doe ons buigen, Vader, houd ons tegen. Beheers ons door uw Woord, dan zijn wij vrij.
| Vers 4: | U, Vader van uw volk, U danken wij: de eeuwen door bond U uw kind'ren samen, U deed uw kerk uw ware Woord beamen. In haar belijden klonk uw heerschappij.
| Vers 5: | U, Vader, Hemelvorst, U bidden wij: ontsluit uw Woord, bevestig ons vertrouwen. Bekeer wie dwaalt, wil onze eendracht bouwen tot dienst aan U, bevrijd van slavernij.
| |
|
|