Nicea
 
Lied 28
Vers 1:Eens zal er vrede zijn,
eens droogt God elke traan
en nergens wordt meer kwaad gedaan,
op alles staat Zijn heilige naam.
Geen oorlog wordt geleerd
wanneer de Heer regeert.

Vers 2:Eens zal er vrede zijn,
eens komt Gods KanaƤn
de wolf ligt rustig naast het lam
de leeuw en beer zijn lief en tam.
De angsten zijn voorbij
de kinderen spelen vrij.

Vers 3:Eens zal er vrede zijn,
eens wordt Gods naam gehoord
Hij spreekt voorgoed het laatste woord
en opent zelf de gouden poort.
Dan staan wij in het licht
dat straalt van Gods gezicht.

 
naar boven

Lied 29
Vers 1:Troost, troost mijn volk! Zo zegt uw God,
zit langer niet terneder;
roep, alle droefenis ten spot:
'Jeruzalem, 't is Vrede!
Uw lijdenstijd is om, vat moed,
de schuld is u vergeven;
God heeft u toch in overvloed,
ja dubbel weer gegeven
het kwaad door u bedreven'.


Vers 2:Er roept een stem: 'Bereidt den Heer
een weg door woestenijen!'
Heft u, gij dalen, buigt u neer,
gij bergen, tot valleien
voor Hem, die bij ons in de tijd,
gelijk Hij sprak, wil wonen.
Straks zal de Heer zijn heerlijkheid
aan alle volken tonen,
hen maken tot zijn zonen.

Vers 3:Een stem zegt: 'Roep'. Maar ach, wat zal
ik roepen, waarin roemen?
Want alle vlees is gras en al
zijn schoonheid broos als bloemen.
Het gras verdort, de bloem valt af,
als d'amentocht des HEREN
daarover waait, ons wacht het graf.
Gods Woord slechts, hoog te eren,
zal alle storm trotseren.

Vers 4:Klim op een berg, verhef uw stem
o Sion, vreugdebode!
Zeg tot uw volk, Jeruzalem:
'Hier is de God der goden!'
Hij komt! - zie, zijn vergelding gaat
voor Hem uit door de tijden
Uw God is 't, die de vorsten slaat.
Maar u zal Hij bevrijden
en als een herder weiden.

 
naar boven



Pagina terugPagina terug Het opgevraagde tekstgedeelte beslaat meerdere hoofdstukken.
Pagina van 182
Geschrift toevoegen ter vergelijking:
Pagina verderPagina verder