Nicea
 
Lied 32
Vers 1:Het is Gods goedheid en geduld,
dat wij niet omgekomen zijn.
Ons leven is vernieuwd en rein
en van Gods gunst vervuld.

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 2:Nooit heeft God van zijn woord berouw.
Steeds nieuw is zijn barmhartigheid,
die elke morgen ons verblijdt.
- Hoe heerlijk is uw trouw.

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 3:Nu zing ik: HEER, Gij zijt voor mij
een rijk bezit, mijn vaste hoop.
En op de weg, waarlangs ik loop,
weet ik U zeer nabij.

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

 
naar boven

Lied 33
Vers 1:Jona heeft God wel verstaan,
maar hij stoort er zich niet aan.
Jona gaat heel eigenwijs
met een grote boot op reis.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 2:Midden op de oceaan
komt zijn schip in een orkaan.
Jona wordt van boord gezet,
maar een vis heeft hem gered
Want de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 3:Na drie dagen duisternis
komt hij heelhuids uit de vis,
Jona gaat nu wel op pad,
naar die goddeloze stad.
Want de Heer zegt: nee, nee, nee,
Jona moet naar Nineve!

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 4:Nineve hoort Jona aan
en de mensen zijn ontdaan:
zitten neer in zak en as,
dagenlang wordt er gevast.
En de Heer zegt: nee, nee, nee,
sparen zal ik Nineve.

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

Vers 5:Jona uit de grote vis
ziet dat God vol liefde is.
O, wat is die Jona kwaad,
Dat de stad haar straf ontgaat.
Maar de Heer zegt: nee, nee, nee,
wees toch blij om nineve!

RefreinHoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.

 
naar boven



Pagina terugPagina terug Het opgevraagde tekstgedeelte beslaat meerdere hoofdstukken.
Pagina van 182
Geschrift toevoegen ter vergelijking:
Pagina verderPagina verder