| |
Lied 77 |
Vers 1: | Een engel zegt Maria aan: Nu breekt Gods Koninkrijk zich baan. U wordt de moeder van Gods Zoon, die heersen zal op Davids troon.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 2: | Maria vroeg hoe dat welk kan, want Jozef is nog niet haar man. Maar 't Koningskind, dat zij verwacht: Het is een wonder van Gods kracht.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 3: | Maria heeft Gods woord aanvaard. Zij heeft het in haar hart bewaard. Gehoorzaam zegt zij: Het is goed, al wat de Here aan mij doet.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 4: | Dan wordt aan Jozef in de nacht de blijde boodschap ook gebracht. Hij neemt Maria tot zijn vrouw. En samen roemen zij Gods trouw.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 5: | Want Jozef, die uit Juda kwam, was ook uit Davids huis en stam. Zo wordt de Heiland Davids Zoon. Voor eeuwig zit hij op de troon.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
|
|
Lied 78 |
Vers 1: | Hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet. Gij, 's werelds hoogst verlangen, des stervlings zaligst goed? Dat ons uw Geest verlichte! Houd zelf de fakkel bij, die, Heer, ons onderrichte wat U behaaglijk zij.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 2: | 'k Lag machteloos gebonden, Gij komt en maakt mij vrij; ik was bevlekt met zonden, Gij komt en reinigt mij. Het leven was mij sterven, tot Gij mij op deedt staan; Gij doet mij schatten erven, die nimmermeer vergaan.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 3: | Wat deed uit 's hemels zalen, o Heer der heerlijkheˆn, op aard' U nederdalen? Uw grote liefd' alleen! Uw eindeloos erbarmen met onze groten nood, dat als met zeegnend' armen en reddend ons omsloot.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
Vers 4: | Nog eenmaal zal Hij komen, als richter van 't heelal, die dan het hoofd der vromen voor eeuwig kronen zal. Nog is die dag verborgen, wacht hem gelovig af, terwijl de grote morgen reeds schemert boven 't graf.
|
Refrein | God heeft ons niet vergeten: het Kind zal Jezus heten. Uit zonden redt Hij Israel. Zijn naam is ook: Immanuel. God is met ons. Halleluja!
|
|
|