| | Lied 83 | Vers 1: | Vrolijk zingen wij ons lied, de wereld moet het horen! Komt en ziet wat is geschied: de Heiland is geboren! Gloria, hosanna in excelsis!
| Vers 2: | Herders, spoedt u naar de stal: in doeken is gewonden Hij die herder wezen zal, het lam voor onze zonden! Gloria, hosanna in excelsis!
| Vers 3: | Wijzen, zoekt niet her en der, want ziet, boven zijn woning straalt een wonderlijke ster, daar woont Hij: onze koning! Gloria, hosanna in excelsis!
| Vers 4: | Mensen, overal vandaan, God zelf is in ons midden! Komt dan, laten wij nu gaan om Christus te aanbidden! Gloria, hosanna in excelsis!
| |
| Lied 84 | Vers 1: | Wees stil en kom wat dichterbij dit kind van Bethlehem: het einde, het begin is Hij; niets kan ik zonder Hem.
| Vers 2: | Hij is mijn water en mijn brood, het licht rondom mij heen, mijn leven, midden in de dood Hij laat mij niet alleen.
| Vers 3: | Hij is de deur die openstaat en achter mij zich sluit, de herder die met raad en daad mij voorgaat, in en uit.
| Vers 4: | Hij is een weg, recht door de zee, mijn pad in de woestijn, zijn ja is ja, zijn nee is nee, zijn woord zal waarheid zijn.
| Vers 5: | Hij is de wijnstok die mij draagt, geplant in Bethlehem, Hij geeft mij meer dan God mij vraagt: mijn vruchten zijn uit Hem!
| Vers 6: | Wees stil en kom wat dichterbij en zeg mij zingend na: begin en einde, dat zijt Gij, alfa en omega!
| |
|
|