| | Lied 87 | Vers 1: | Waar is een rustpunt in de nacht, waar is de Schepper met zijn kracht? Wie helpt ons door de duisternis als zonneglans verdwenen is?
Een lichtpunt dat volop blijft schijnen; een ster wenkt helder, hoog en ver; Kijk, Christus is de Morgenster, zelfs als de maan weer moet verdwijnen.
| Vers 2: | Hij, die als kind ter wereld kwam, de kruisbalk op zijn schouders nam, die zegende als iernand sloeg, de zondelast zo diepgaand droeg.
| Vers 3: | Hij, die gelegd werd in een graf, maar opstond en nieuw leven gaf: er is vergeving van het kwaad voor iemand die zijn naaste haat.
| Vers 4: | Waar is een rustpunt in de nacht, waar is de Schepper met zijn kracht? wie helpt ons in de duisternis als zonneglans verdwenen is?
| Vers 5: | Wie wekt ons met een lieve lach, wie helpt ons elke nieuwe dag; waar halen we de moed vandaan om achter Jezus aan te gaan?
| Vers 6: | Wie is het die een uitweg ziet als ziekte plaagt of diep verdriet, als iemand in een lange nacht steeds wakker blijft, op daglicht wacht?
Een lichtpunt dat volop blijft schijnen; een ster wenkt helder, hoog en ver; Kijk, Christus is de Morgenster, zelfs als de maan weer moet verdwijnen.
| |
| Lied 88 | Vers 1: | Uw opgang naar Jeruzalem verheugt het hart, verhoogt de stem, versiert de straten met een lach. Dit is een vlag- en wimpeldag die viert de overwinning.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| Vers 2: | Uw intocht in de tempelstad voltrekt zich op het smalle pad; uw weg is maar een mantel breed, het is de loper van het leed die voert naar overwinning.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| Vers 3: | Gij gaat de week van lijden in, het veulen van een ezelin draagt U met vrede door de poort, zachtmoedig vredelievend Woord, weldadig uw genade.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| |
|
|