| | Lied 88 | Vers 1: | Uw opgang naar Jeruzalem verheugt het hart, verhoogt de stem, versiert de straten met een lach. Dit is een vlag- en wimpeldag die viert de overwinning.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| Vers 2: | Uw intocht in de tempelstad voltrekt zich op het smalle pad; uw weg is maar een mantel breed, het is de loper van het leed die voert naar overwinning.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| Vers 3: | Gij gaat de week van lijden in, het veulen van een ezelin draagt U met vrede door de poort, zachtmoedig vredelievend Woord, weldadig uw genade.
Hosanna Zoon van David, gezegend die als koning komt in Naam van God met vrede en glorie van de hemel.
| |
| Lied 89 | Vers 1: | Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, die voor mij U hebt gegeven, in de bangste zielenood, opdat 'k weten zou in 't sterven, dat ik 't leven mag beā°rven. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 2: | Gij, o Jezus, hebt gedragen lasteringen, spot en hoon, zijt gebonden en geslagen, Gij, des Vaders eigen Zoon, om van schuld en eeuwig lijden mij, verloorne, te bevrijden, Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 3: | Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, die mijn banden hebt ontbonden en voor God mij vrijgekocht, eens onrein in schuld verloren, ben ik door uw Geest herboren. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 4: | Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood. Voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied, prijst U eeuwiglijk mijn lied.
| |
|
|