| | Lied 89 | Vers 1: | Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, die voor mij U hebt gegeven, in de bangste zielenood, opdat 'k weten zou in 't sterven, dat ik 't leven mag beā°rven. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 2: | Gij, o Jezus, hebt gedragen lasteringen, spot en hoon, zijt gebonden en geslagen, Gij, des Vaders eigen Zoon, om van schuld en eeuwig lijden mij, verloorne, te bevrijden, Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 3: | Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, die mijn banden hebt ontbonden en voor God mij vrijgekocht, eens onrein in schuld verloren, ben ik door uw Geest herboren. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
| Vers 4: | Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood. Voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied, prijst U eeuwiglijk mijn lied.
| |
| Lied 90 | Vers 1: | Ontsluit, o Heer, voor U ons hart, boud ons aan U verbonden. Gij schenkt ons vrede door uw smart, Gij heelt ons door uw wonden. Wat wondren van barmhartigheid hebt Gij voor ons ten toon gespreid, en aan het kruis bewezen. Uw liefd' en trouw, die 't al volbracht, hier nooit genoeg door ons herdacht, zij eeuwiglijk geprezen.
| Vers 2: | Gij sterft, en laat die troost ons na: de zonden zijn vergeven. Gij hebt voldaan op Golgotha, dit geeft ons kracht ten leven. Uw zoendood lenigt onze smart, verkwikt, vertroost, versterkt ons hart, niets heeft zo grote waarde. Mij sta uw liefde bij in nood, en zij uw trouw tot in de dood mijn vaste troost op aarde.
| |
|
|